NOVA brengt een programma met de Ouverture Egmont van L. van Beethoven, Suite Alsaciennes van J. Massenet en de symfonie met de Paukenroffel van J. Haydn
Toelichting op deze werken :
De Egmont Ouverture van Ludwig van Beethoven is een muzikale illustratie van het treurspel Egmont van Goethe.
Ludwig van BEETHOVEN (1770- 1827) componeerde al jong, kreeg les van Haydn en anderen (orgel, viool). Hij verhuisde naar Wenen waar zijn muziek zeer gewaardeerd werd door de adel. Tussen 1797 en 1802 vloeiden veel composities uit zijn pen. De Ouverture Egmont opus 84 schreef hij in 1812.
HET TREURSPEL EGMONT Goethe kwam op het idee voor dit treurspel over Egmont tijdens zijn studie van de Nederlandse geschiedenis. Goethe ging vrij om met de historische feiten. De hoofdfiguur Egmont is gebaseerd op de edelman Lamoraal van Egmont, maar heeft echter weinig overeenkomsten met de echte van Egmont. De graaf van Egmont en Willem van Oranje voeren de adel aan in de strijd tegen de Spaanse onderdrukking van de Nederlanden. Als hertog van Alva door de Spaanse koning wordt benoemd tot landvoogd om orde op zaken te stellen in de Nederlanden, vlucht Willem van Oranje uit Brussel. Lamoraal van Egmont heeft wel begrip voor sommige eisen van de opstandelingen, maar is loyaal aan de Spaanse koning. Hij onderschat het gevaar van de hertog van Alva en de Spanjaarden. Ondanks zijn populariteit bij de Nederlandse burgers, wordt zijn positie steeds wankeler, daar de Spanjaarden vinden dat hij de Beeldenstorm niet hard genoeg veroordeelt. Toch is Egmont met onder andere hertog van Alva van oordeel dat de calvinistische beroeringen moeten worden bestreden. Hij pleit vergeefs voor een pragmatische tolerantie, zodat een wig kan worden gedreven tussen de extremisten en de gematigden. Alhoewel Egmont met arrestatie wordt bedreigd, weigert hij te vluchten. Hij wordt opgepakt en ter dood veroordeeld
OUVERTURE zu Goethes Trauerspiel Egmont (opus 84)
Beethoven schreef de Ouverture uit liefde voor Goethe. De inhoud van het Egmont drama werkte sterk op het verbeeldingsvermogen van Beethoven. De karaktervastheid en de vrijheidszin van Egmont spraken hem aan. Beethoven geeft in deze Ouverture een samenvatting van het drama: het eerste thema geeft de tirannie weer, waaronder het Nederlandse volk gebukt gaat, waarna een zeer zwaarmoedig, smekende melodie klinkt, welke de neerslachtige stemming van het volk tekent. Een ander thema symboliseert de vrijheidsgedachte. Tussen deze thema’s wordt een spannende strijd gestreden en na een dalend kwartinterval (de slag van het beulszwaard) begint als vanuit de verte een overwinningsmuziek te klinken, welke voortdurend met sterke fanfares aanzwelt en het uur van de bevrijding aankondigt.
Jules Massenet (1842-1912) Scènes Alsaciennes, suite nr. 7
Massenet brak in 1873 door met de cantate Marie-Madaleine en kreeg toen een aanstelling op het Conservatorium in Parijs waar o.a. Debussy les van hem kreeg. Hij was een beroemde operacomponist en schreef ook diverse beeldende orkestsuites, o.a. Scènes d’Alcasiennes ( een sfeermoment uit de Elzas, een streek in Noord oost Frankrijk, die Frankrijk na de Frans Duitse oorlog in 1871 moest afstaan aan Duitsland). In deze suite wordt met weemoed teruggekeken op een zomerse zondag in een dorp in de Elzas, toen deze streek nog Frans was. De muziek is geïnspireerd op een gedicht van Alphonse Daudet (Alsace! Alsace!). Bij de eerste uitvoering in 1882 verwoordde Daudet zelf bij elk deel zijn nostalgische gevoelens. De suite heeft de volgende delen: Dimanche matin (een rustige zondagochtend), au Cabaret (in een café), Sous les Tilleuls (een verliefd stelletje wandelt door de Lindenlaan) en Dimanche soir (het leven in de avond)
Joseph Haydn (1732-1809) Symfonie met de Paukenroffel n0. 103

De Oostenrijker Haydn kwam al jong in contact met muziek: hij zong in een kerkkoor, had muziekles en leerde ook componeren. Hij was meer dan 30 jaar in dienst van de vorsten Esterházy van Eisenstadt, voor wie hij heel veel componeerde. Na de dood van Nicolaas Esterházy verbleef hij tussen 1790 en 1795 vaak in Londen, waar hij ook zijn symfonie no. 103 ‘Mit den Paukenwirbel’ componeerde
Deze een na laatste symfonie die Haydn schreef, nr 103 (Es dur) is indrukwekkend. De langzame inleiding wordt geopend door een lange paukenroffel, waarna fagotten, cello’s en contrabassen vanuit de diepte met hun thema komen. Deze dreigende thema-inzet in het lage register veroorzaakt een soort klank, die pas in de negentiende eeuw ingeburgerd raakt; voor de laat achttiende-eeuwse luisteraar moet het zeer vernieuwend geklonken hebben. In het aansluitende Allegro horen we een wals melodie; aan het einde van dit eerste deel komen de eenzame openingsmaten weer even terug. In het tweede deel, Andante, worden twee thema’s gevarieerd, het eerste in c-klein en het tweede in C-groot. Het zijn Kroatische volksmelodieën, zoals Haydn die wel vaker in zijn composities gebruikte. Hierna volgt een elegant Menuetto. Vernieuwend is dat in het Trio houtblazers en strijkers een imitatiespel laten horen. Het begin van de Finale is net zo gedurfd als dat van het eerste deel. Twee hoorns blazen een onbegeleid signaal op een manier, die Schumann en Schubert later gebruikten. Dit originele begin is een van de bijzonderheden van de Finale; het hele deel is slechts gebouwd op een thema, het heeft geen herhaling. Iedere maat is gebonden aan het beginthema. Van begin tot einde pulseert deze muziek zonder dat de inspiratie ook maar een moment verslapt. (bron J Haydn leven en werken Cl Romijn)